‘Mooie kans om de TU Delft klaar te stomen voor de toekomst’ – Nationale DenkTank 2016

Dit is de onderzoeksvraag waar de Nationale DenkTank komend jaar gedurende vier maanden aan gaat werken. Een team van ongeveer twintig studenten en promovendi met verschillende achtergronden werkt samen aan visionaire, creatieve én praktische oplossingen voor een urgent maatschappelijk probleem. Het team kan daarbij rekenen op de input van experts uit de wetenschap, het bedrijfsleven en de overheid.

Misschien is meedoen aan de Nationale DenkTank misschien wel iets voor jou! Klik hier voor meer informatie over de DenkTank 2016 of om je aan te melden. Op 31 maart is er een interesseborrel in Amsterdam en inschrijven kan nog tot en met 17 april.

Afgelopen jaar deed Jorrit Vervoordeldonk, masterstudent Lucht- en Ruimtevaarttechniek en Management of Technology aan de TU Delft, mee met de Nationale DenkTank. We stelden hem enkele vragen om jullie een beter beeld te geven over hoe het is om deel te nemen.

Waarom heb jij je vorig jaar aangemeld bij de Nationale Denktank?
“Ik meldde me aan omdat me het geweldig leek om met studenten van zulke verschillende studies samen te werken. In Delft werk je toch vooral met techneuten samen, ik was heel benieuwd hoe dat was met studenten die rechten, onderwijskunde of filosofie studeerden. Daarnaast trok het maatschappelijke aspect me erg. Het leek me leuk om de publieke sector te leren kennen en iets bij te dragen aan een maatschappelijk thema.”

Waar hebben jullie aan gewerkt toen je deelnam aan de Nationale Denktank?
“In 2015 ging het toevallig óók over onderwijs, maar dan het basis- en middelbaar onderwijs. De eerste zes weken van de DenkTank bestaat uit de analysefase, waarin we door wetenschappelijk onderzoek en honderden mensen interviewen de belangrijkste knelpunten in het Nederlandse onderwijs probeerden te identificeren. Ik hield me bezig met het leren van jonge kinderen tussen 0 – 4 jaar. Daar wordt nu een landelijke campagne voor opgezet om ouders beter in staat te stellen de hersenontwikkeling van hun kinderen te stimuleren, mooi toch?

Het tweede deel van de DenkTank is meer een start-up-achtige oplossingsfase. Door een creatief proces te doorlopen hebben we een platform en schoolprogramma ontwikkeld voor meer persoonsvorming in het Nederlandse onderwijs. Al met al een ontzettend leuke mix van analyseren, creëren, presenteren en veel gezelligheid.”

Wat maakte het zo leuk om deel te nemen aan de Nationale Denktank?
“Teveel om hier op te noemen. Maar ten eerste de groep mensen. Ik heb een ontzettend leuke tijd gehad met 23 studenten en promovendi die er vol voor wilden gaan. We hebben veel van elkaar geleerd en werden een hechte groep. Het is uniek om via de DenkTank op zo’n overkoepelend niveau na te mogen denken over een maatschappelijk thema. Ik ben in vier maanden expert geworden op het gebied van onderwijs, iets wat ik van tevoren niet had kunnen bedenken. En als laatste de enorme diversiteit aan bezigheden. Van consultancy-stijl analyses maken, pitchen voor een Dragon’s Den tot presenteren voor 400 man, ik heb het allemaal meegemaakt!”

Waarom raadt je het anderen aan om zich aan te melden?
“Omdat je er absoluut geen spijt van zal krijgen. De DenkTank is zo dynamisch, zo gezellig en zo leerzaam dat je die ervaring niet zo snel ergens anders krijgt. Het raakvlak van wetenschap, overheid en het bedrijfsleven maakt het heel interessant, je krijgt van alle drie de vlakken veel mee. En het is natuurlijk een mooie kans om de universiteit (waaronder natuurlijk de TU Delft) klaar te stomen voor de toekomst.”

Vond jij het waard om vier maanden van je studie in te ruilen voor deelname aan de Nationale Denktank?
“Meer dan! Het is een unieke kans om kennis te maken met een heel andere wereld dan we in Delft gewend zijn. Je leert pitchen, je leert opiniestukken schrijven voor de krant, je leert oplossingen implementeren. Dat leer je niet in Delft. Daarnaast krijg je ook nog ontzettend veel trainingen en leer je in sneltreinvaart door het hoge tempo van het project. Ik zou het zo nog een keer doen, maar dat gaat helaas niet.”